1. De douaneautoriteiten stellen de importeur of, in de situaties die onder artikel 32 vallen, de indirecte douanevertegenwoordiger uiterlijk bij het in het vrije verkeer brengen van de goederen in kennis van de in artikel 35 bedoelde rapportageverplichting.
2. Met name door middel van het op grond van artikel 56, lid 5, van Verordening (EU) nr. 952/2013 ingestelde toezichtmechanisme of door elektronische gegevensoverdrachtmiddelen verstrekken de douaneautoriteiten de Commissie periodiek en automatisch informatie over ingevoerde goederen, waaronder veredelingsproducten die voortkomen uit de regeling passieve veredeling. Dergelijke informatie omvat het EORI-nummer van de aangever bij de douane en van de importeur, de achtcijferige GN-code, de hoeveelheid, het land van oorsprong, de datum van de douaneaangifte en de douaneregeling.
3. De Commissie deelt de in lid 2 bedoelde informatie mee aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten waar de aangever bij de douane en, indien van toepassing, de importeur zijn gevestigd.